Noorwegen - laatste deel

Vanuit een camping in de omgeving van Kongsberg gaan we met ons hele boeltje weer op weg en maken een tussenstop bij de zilvermijnen. Bij het ticket worden oordopjes geleverd, want het treintje wat je de mijn in brengt, maakt een hels kabaal. De wagonnetjes zien er uit als een soort leeuwenkooien met tralies ervoor. Het levert al voor vertrek hilarische fotosessies op. Overigens hadden de mijnwerkers destijds niet eens van die wagentjes. Die moesten met de trap naar beneden. Eén uur om beneden te komen en 2 uur om weer boven te komen. We worden zo'n 2,5 kilometer ver en 342 meter diep de Koningsmijn ingereden en krijgen daar een interessante rondleiding en uitleg. Veel mijnwerkers stierven voortijdig door gebrek aan frisse lucht, door de kou of door ongelukken met vuur en/of springstof. De rotsen zijn hier keihard, dus zonder springstof vorderden ze in eerste instantie maar een centimeter per dag. De mijnwerkers namen ook wel eens een schilfertje zilver mee, wat ongeveer net zo veel was als hun hele jaarloon.

Naderhand reizen we verder en belanden in Drammen, een voorstadje van Oslo met een mix van oude en nieuwe bouwwerken, veel groen en water, dat fraai langs de Drammensfjorden ligt. De camping is een soort verzamelpunt voor reizigers die hun reis net gestart zijn, dan wel inmiddels met de terugreis bezig zijn. Altijd leuk voor de verhalen tijdens de afwas.... We maken een rit door de 213 meter hoge en 1650 meter lange Spiraaltop, een binnen in een berg gebouwde omhoog spiraliserende weg van zo'n 50 meter doorsnee. Bovenaan is een parkeerplaats met een prachtig uitzicht over de hele stad.

Vanaf de camping kunnen we handig in een uur met de bus naar Oslo. Een in Nederland geboren Tunesiër tekent ons vanaf het station vriendelijk de weg uit naar het startpunt van onze wandelroute. Hij vertelt het goed te hebben in Noorwegen, maar mist wel de Hollandse gezelligheid én de Edammer kaas. We wandelen via dé winkelstraat van Oslo naar het Koninklijke Slot, wat in de stijgers staat. Via het bijbehorende enorme park lopen we naar het Rädhuset (stadshuis). We zien nogal wat mensen op straat zitten met een (leeg) kartonnen bekertje van McDonalds voor zich. En nee, ze hebben dus niet allemaal nét de koffie op ..., het is de bedoeling dat je daar een kleine bijdrage in gooit. Via de haven gaan we naar de vesting en het bijbehorende slot. Als laatste bekijken we het spiksplinternieuwe Operahuset, waar je letterlijk het dak op kan. Je loopt vanaf de begane grond een schuine helling op, waar je uiteindelijk op flinke hoogte een mooi uitzicht hebt over de haven en de hele stad.

Als we vertrekken uit Drammen voor onze terugreis regent het pijpestelen. Onderweg wordt het gaandeweg droog en we maken een tussenstop om te overnachten op een Zweeds eilandje bij Stenungsund. De volgende dag trekken we verder naar Ishoy, een buitenstadje van Kopenhagen. Nog even wat boodschappen doen blijkt een heel avontuur. We belanden in een mega-warenhuis waar we eerst de laatste mode bekijken, daarna de nieuwste flatscreens, computers, telefoons, mooie meubels, enzovoort, voor we helemaal achteraan bij de zuivel en de groente zijn.

Als we vanuit Ishoy met de trein naar Kopenhagen willen en nét de kaartjesautomaat staan te bestuderen, roept een mevrouw die achter ons langs loopt dat het elke 1e zondag van de maand vrij reizen is. Dat laten we ons geen twee keer zeggen en we stappen zonder kaartje in de vliegensvlugge trein. In Kopenhagen nemen we deze keer de toeristische optie: een hop-on-hof-off bus/boot combi. Vooral de boot blijkt een hele goede keuze, omdat de stad is gebouwd naar Amsterdams voorbeeld, dus met veel grachten en mooie boogbruggen. We zien veel fraaie gebouwen, zowel oude als nieuw, veel zonnige terrassen, fraaie parken, mooie paleizen, kortom: een prachtige stad.

Met nog steeds wisselend wolken en zon reizen we verder huiswaarts en maken een tussenstop in Flensburg nét over de Deense grens in Duitsland. Na een aantal weken Noorse prijzen kunnen we ons geluk niet op in de Duitse supermarkt naast de camping. De bekende alcoholische dranken zijn hier werkelijk voor spotprijzen te koop.... En een pizza kost weer gewoon 2 euro in plaats van 165 Noorse kronen (circa 18 euro). Géén wonder dat er zoveel Noren en Denen op de camping staan. We vervolgen onze weg huiswaarts met nog een stop in Westerstede in Noord-Duitsland.

Gezond en zonder materiaalpech komen we op woensdag 4 juli na 6150 kilometer, 39 overnachtingen op 23 verschillende campings, heel veel foto's en prachtige ervaringen weer thuis. Noorwegen is een prachtig land waar we nu veel van gezien hebben, maar ook nog heel veel niet, daarom moeten we zeker nog een keer terug.

Bedankt voor jullie interesse en reacties, indien van toepassing een prettige vakantie en wat ons betreft wellicht tot de volgende reis ...

Voor wie nog meer foto's wil zien en verhalen wil horen: je/jullie zijn welkom.

Hartelijke groet,

Henk en Mia

Noorwegen - deel 4

In een hytte (soort trekkershut) waar de campinghoudster in Otta voor ons een flatscreen neergezet heeft, zien wij Nederland van Portugal verliezen. Een paar Litouwers schuiven ook aan en blijken tot onze verrassing supporter van Nederland te zijn. Er werken veel mensen uit de Baltische staten (Estland, Letland, Litouwen) in Noorwegen. Een wat oudere Noor denkt dat het komt omdat de Noren niet meer willen werken.... Joa joa...

Een tocht in het Rondane gebied naar de zogenaamde ‘Peer Gynt Hytta' blijkt letterlijk te hoog gegrepen. Op een hoogte van circa 1000 meter blijkt na circa 20 minuten het pad een sneeuwveld in te lopen. Er zijn geen voetstappen voor ons te zien, dus we wagen het er maar niet op. Ook het ernaast gelegen meer is nog voor een groot deel met een laag ijs bedekt. We proberen het nogmaals via de zuidhelling waar het nog erg nat is van alle pas gesmolten sneeuw. Tot overmaat van ramp begint het dan te regenen, dus wij (ja, ja, watjes...) houden het voor gezien.

Nadat we op maandagmorgen hebben afgerekend bij de 95 jarige moeder van de campingbazin, die met verrassend gemak de pinautomaat bediend, reizen we verder over weg 51 richting Fagernes. De omgeving is mooi, maar de weg zit vol gaten en kuilen. Auto en caravan worden flink door elkaar geschud. In ieder geval is de was in ons T-emmertje nu wel schoon....

Een Trollenechtpaar die we onderweg bij een parkeerplaats tegenkomen, is wel bereid om even te poseren voor een foto. Aan het eind van de dag kunnen we nog even lekker van de zon genieten op een camping bij de Fossen waterval. Lang duurt het echter niet, want na een uurtje begint het te regenen en het houdt de hele nacht niet meer op.

Als de volgende ochtend de zon weer schijnt reizen we verder en maken een stop in Fagernes bij het Valdres openluchtmuseum met huizen en boerderijen uit de 17e en 18e eeuw. Veel huizen uit die tijd lijken verdacht veel op de ‘hyttes' die je op alle campings ziet staan. Via het Hallingdal komen we uiteindelijk terecht op camping Birkelund in Hovet. De Nederlandse eigenaren Rinie & Franka van der Pluijm vertellen dat er in april nog weer onverwacht een dik pak sneeuw gevallen is. Dat is ook de reden dat er nu half juni nog zo weinig wandelroutes boven de 900 meter begaanbaar zijn.

We verkennen het Hallingskarvet gebied en klauteren via een steil pad en een ietwat gewaagde oversteek over een wild stromende rivier naar de Hivjufossen waterval. Bij terugkomst op de camping puffen we in het zonnetje lekker uit met ons gekoelde biertje.

De volgende dag, na ontbijt en koffie in de zon maken we een relaxte wandeling van circa 3 uur rondom de Ustedalsfjorden in Geilo. We komen langs een expositie van vreemde vogels en wilde dieren, lopen héél voorzichting over de Tuftebrua (een brug uit 1650 die zonder gebruik van spijkers gemaakt is), komen alweer een Trol tegen, die heel geduldig blijft zitten als Henk op z'n knie kruipt, lopen door een golfterrein (met waarschuwingsborden voor rondvliegende golfballen) en nestelen ons bij terugkomst op de camping wederom in het zonnetje.

Na een paar dagen lummelen begint ons nomadenbloed weer te kriebelen en we vervolgen onze weg door het Numedal. Op camping Fjordglott in Rodberg worden we begroet met een zachte géé. De eigenaresse blijkt een Belgische te zijn, ze had ons nummerbord al gezien... De service blijkt ook wat met een zachte géé. Het beloofde internet werkt niet en de TV-ruimte blijkt 's avonds gesloten. Bij het afrekenen blijkt de pinautomaat ook niet te werken. Zeker en vast ......

's Avonds begint het helaas wederom te regenen, de volgende dag is het niet veel beter. We bekijken nog wat de omgeving, laten onze fourwheeldrive even uit op wat steile glibberweggetjes, zodat deze ook weer in z'n nopjes is en er weer lekker modderig en grijs uitziet.

's Zondags is het wat miezerig terwijl gelijktijdig de zon schijnt en we verder trekken langs glinsterende rotspartijen, fris groene bossen en bulderend water. Het blijft fantastisch om te zien. Het plan is een camping aan de voet van de Gaustatoppen, om van daaruit zonder caravan een rondje over de Fjellvegen te rijden. Dat is één van de hoogste paswegen in Noord Europa en loopt van Sauland aan de E134 naar Rjukan aan de rv37. De camping blijkt niet te vinden. Aan het begin van de Flellvegen moet ook ergens een camping zijn. Niet dus. Hadden we maar zo'n handig campertje, dan konden we gewoon doorrijden .... We zijn inmiddels halverwege de top, komen meerdere caravan combinaties tegen en overwegen dan ook maar de hele weg mét caravan te rijden. Da zien we plotsklaps een camping.

Na een overnachting met veel regen op de bijzonder schone en fraaie camping Böed met mooie TV-ruimte maar zonder internet, trekken we onze Nissan z'n stoute schoenen aan en wagen de tocht verder over de Gaustatoppen. De weg is breed genoeg, de omgeving super, alleen jammer dat er maar zo weinig stopplaatsen zijn. Helaas kunnen we, door een overvloed aan smelt- en regenwater, de geplande wandeltocht niet maken. We zijn na circa 45 kilometer flink stijgen en dalen en verschillende haarspeldbochten in rap tempo weer beneden en rijden door via weg 37 langs het fraaie Tinsjö meer. We maken een tussenstop in Heddal bij de grootste staafkerk van Noorwegen, gebouwd tussen 1147 en 1242 (toen namen ze er nog de tijd voor ....) in pagode-stijl en slaan aan het eind van de dag ons kamp op bij Kongsberg. Het weer is momenteel heel wisselvallig en de temperatuur tussen de 15 en 20 graden. Zo zitten we buiten te picknicken en een half uurtje later rijden we in een stortbui.

De oplettenden onder jullie hebben vast al opgemerkt dat we inmiddels al weer aardig in zuidelijke richting trekken. Dit betekent dat we naar verwachting begin juli weer op de thuisbasis zullen arriveren.

Dank voor jullie interesse, blijf ons volgen en tot ziens !

Hartelijke groet, Henk en Mia

Noorwegen - deel 3

Na alle natuurschoon rondom de rv 55 komen we terecht in Oppdal, waar we overnachten op een camping in een woest berggebied aan een woest stromende rivier. De campingbaas ziet er ongeveer net zo uit, maar blijkt bij nadere kennismaking een hele aardige man te zijn. Hij heeft een knusse kantine met een levensgroot flatscreen voor de voetbalfans van die avond.

's Morgens is het 5 graden als we vertrekken vanaf deze camping op 650 meter hoogte. Via de Trollheimen (geen trol gezien overigens) die heel veel groen heeft, verder naar het aan de westkust gelegen plaatsje Molde. Ondertussen is het 14 graden geworden. We kunnen vanuit de caravan bijna onze voetjes in het Romsdalfjord steken.

De volgende dag rijden we (zonder onze caravan) de Atlantershavsveien, van Molde naar Kristiansund, over 8 bruggen die verschillende eilandjes met elkaar verbinden. De weg is geopend in juli 1989, is een fraai staaltje bruggenbouw en biedt spectaculaire vergezichten. De folder belooft ook nog hoge golven die over de weg vliegen, maar wij hebben, behalve meeuwen, niets zien vliegen...

Inmiddels was een deel van onze kleding wel aan een wasbeurt toe. Dus, muntjes gekocht voor de wasmachine en de droger. Kleding er in, wasmiddel erbij, muntje in de automaat .... Nee dus ! Het muntje blijkt met geen mogelijkheid in het gleufje te passen. Terug naar de receptie waar de eigenaar mij (Mia) aankijkt alsof ik hem vertel dat ik een olifant heb zien vliegen (ik zie hem denken: ‘blond .....'). Hij stuurt een medewerker mee, die even ongelovig kijkt. Nadat deze wat met de muntjes aan het prutsen is geweest, constateert ook hij dat het echt niet past. Een paar telefoontjes later is hij er uit: het kastje is net vanmorgen vervangen door een Zweeds exemplaar en daar passen deze muntjes niet in. Na wat gemorrel met verschillende muntstukjes en schroevendraaiers krijgt hij warempel het zaakje aan het draaien. Pffff... in het vervolg toch maar gewoon weer de boel in het bekende T-emmertje onderweg laten schoonschudden en vervolgens met de hand uitspoelen.

We vervolgen onze weg richting Andalsnes om daar in een prachtige bergwereld de pootjes van onze caravan weer uit te draaien. In de gezellige kantine met een paar saaie Noren en enkele Duitsers zien we Nederland van Duitsland verliezen. We moffelen maar snel onze meegebrachte oranje buddies onder de trui als we weggaan. Henk overweegt nog om bij de Duitse medekampeerders het electriciteitssnoer door te knippen, maar is uiteindelijk te overtuigen zich als een echte Noor kalm en beheerst te gedragen.

Een veel gehoorde vraag is hier: ‘ben je al naar boven geweest'? Naar boven is dan de Trollstigveien, een overbekende bergweg met vele haarspeldbochten. Als we aankomen in Andalsnes is het regenachtig, de volgende dag is het iets beter en de weersvooruitzichten zijn gunstig. Het kan hier enorm mistig zijn en dan is het levensgevaarlijk op deze weg.

Op vrijdagmorgen schijnt de zon en we blijven maar naar boven kijken. Rond 11:00 uur zijn de meeste nevelen boven de bergtoppen opgelost en gaan we op pad. De weg kronkelt zich met vele haardspeldbochten, met een stijgingspercentage van rond de 12%, langs de bergwand omhoog. Het berglandschap is ruig en de rotsen zijn steil, de rivieren snelstromend en uitlopend in enorme watervallen, het landschap wisselt van licht naar donkergroen, en van licht naar donkergrijs en vervolgens naar sneeuwwit. De zon blijft ons de hele dag gezelschap houden, geweldig !

We trekken op zaterdag verder via de E136 en E6 door het Romsdal naar Otta. Onderweg zien we wild stromende rivieren, die zich soms door smalle kloven persen, en watervallen die zich overal met veel geraas van de bergen af storten. Overal staan waarschuwingsborden voor rendieren en elanden, maar waar ze ons in Finland regelmatig voor de voeten dan wel de auto liepen, hebben we er hier nog niet één gezien.

In Otta strijken we neer aan de gelijknamige rivier, waar we met wisselend weer, dan weer zon en dan weer regen, regelmatig zowel in als buiten de caravan verblijven. De aardige campinghoudster regelt voor ons een TV in een privé blokhut waar we 's avonds de voetbal kunnen volgen.

Tot slot nog even wat Noorse les; het lijkt op het Sallands, zie onderstaande voorbeelden:

Keuken - kjøkken, deur - dør, draadloos internet - trådløst internett

douche - dusj, veg - weg, vegbom - slagboom

Voor de Götlandferiegjester: Ha en bra resa och ha kul !

Voor de overige Noors sprekenden: Takk for din interesse og holde følge oss !

Voor alle anderen: dank voor de interesse, groetjes van ons en tot later !

Noorwegen - deel 2

Op zondag doen we een rondje Hardangerfjord, dit is de op één na langste fjord van Noorwegen, 170 kilometer lang en circa 800 meter diep. Door middel van twee oversteken met een veerboot en enkele tunnels zijn ook de zijarmen van deze fjord, de Eidfjord en de Sörfjord bereikbaar.

De volgende dag gaan we op pad voor een berg ‘wandeling' naar de Buarbreen gletsjer, in de buurt van onze camping in Odda. De route is 2 tot 3 uur, dus dat moet te doen zijn, denken we. Dat ligt toch even anders. Na een redelijk begin wordt de tocht gaandeweg een ware survival. Klauteren over rotsblokken, al dan niet met behulp van touwen of kettingen, wiebelende houten planken over woest stromende riviertjes, sneeuwvelden: we trotseren het allemaal en halen uiteindelijk het eindpunt. Veel wandelaars haken onderweg om begrijpelijke redenen af. De stralende zon en het magnifieke uitzicht over de gletsjer maken veel goed ! Weer veilig thuisgekomen komen we tot de ontdekking dat we ons hebben vergist in de kleurcodering met betrekking tot de zwaarte van de tocht ;-)

De campingbazin heeft een Nederlander, een Serviër en een Pool in dienst. Voor hen geldt hetzelfde als voor de mensen uit Nederland vertelt ze, het is hier in Noorwegen duur. Voor henzelf geldt dat niet, want de verdiensten liggen ook veel hoger. Er is volgens haar ook nauwelijks werkloosheid in Noorwegen en in de bouw komen ze zelfs mensen te kort. Dus voor Nederlandse bouwvakkers die wel eens wat anders willen: dit is je kans ! Ze heeft vrienden in Friesland en derhalve kent ze ook de ‘Beerenburg'. Lekker, vindt ze en goedkoop ! Het praatje blijkt goed voor nog wat korting, we zijn ook wel stakkers eigenlijk met een land in crisis.....

Met flinke spierpijn vertrekken we de volgende dag met wat miezerig weer over een ietwat smalle en van vele tunnels voorziene weg, richting Eidfjord. De camping waar we ons nestelen ligt fraai aan een meer tussen metershoge bergen die deels bedekt zijn met sneeuw. De Foringsfossen watervallen bij Fossli die we 's middags bekijken, storten zich met donderend geweld met een verval van 182 meter in de diepte en hebben veel bekijks.

De meeste campings liggen hier aan een meer of aan een uitloper van een fjord. Dus een plek met uitzicht op het meer en de daarachter liggende bergen, al dan niet met besneeuwde toppen, is hier doodnormaal. In Nederland moet je voor een plekje aan het water zo'n 3 jaar van tevoren reserveren.

Als we op weg gaan naar Fläm worden we vergezeld door een stralende zon. De camping ligt aan de Auerlandsfjord , waar enorme cruiseschepen zich in het piepkleine haventje persen. 's Middags ontmoeten we Wim en Gerda, vrienden van ons, die met familie ook onderweg zijn in Noorwegen en toevallig op deze dag een trienretourtje Flam - Myrdal hadden genomen. Onze camping is dicht bij het Flam stationnetje, dus een ontmoeting is snel geregeld.

Dan laten we ons op donderdag ook met de Flamsbana, de beroemde spoorlijn, zo'n 20 kilometer lang en 865 meter hoogteverschil in circa 50 minuten naar Myrdal brengen, en vervolgens gaan we via de eveneens beroemde Bergen - Oslo spoorlijn naar Finse, het hoogst gelegen treinstation in Europa. Veel sneeuw, echter de paaltjes en andere markeringen voor wandelingen zitten nog onder de sneeuw, en onder diezelfde sneeuw zit ook een meer, en omdat je aan de bovenkant het verschil niet ziet, wagen we ons er maar niet aan. Derhalve nestelen we ons maar op een stoepje in de zon en wachten op de trein om weer terug naar Myrdal te gaan. Het is allemaal nét iets minder spectaculair dan de folders beloven. Dit komt in het bijzonder door de vele tunnels en sneeuwschermen die het uitzicht helaas nogal belemmeren.

Vrijdags bezoeken we, vergezeld van een lekker zonnetje, het Laerdal en de bijzondere staafkerk in Borgund, geheel in pagode stijl. We zien een bus met Aziaten en dat is een teken dat het geld kost. Dat blijkt te kloppen, het is naar onze smaak allemaal wat te toeristisch... We rijden vervolgens via de fraaie Ardalsfjorden en de Vaerdalsfjorden, uitlopers van de Sogndalsfjord via de ‘Snovegen (de Sneeuw-weg) weer richting Flam. De naam laat beslist niets aan het toeval over, we rijden uiteindelijk op een hoogte van circa 1200 meter door spectaculaire metershoge sneeuwwallen ! Zelfs in de winter in Oostenrijk zie je zoiets niet !

Via de 25 kilometer lange Laerdaltunnel vervolgen we onze weg naar Luster, gelegen op de Sognefjell-hoogvlakte. We bekijken de Nigardsbreen gletsjer, een uitloper van Europa's grootste gletsjer 'de Jostedalsbreen', welke maar liefst 100 km lang, 15 km breed en 500 meter dik is.

De vele tunnels waar we doorheen komen, zijn lang, kort, smal, breed, recht, met bochten, schemerig, heel donker, donker met een bocht er in, glad, ruw, met een watergordijn voor de ingang en ga zo maar door... maar ze hebben één ding gemeen: aan het einde van de tunnel is altijd weer licht ....

Wat betreft de voetbal krijgen we van de Poolse medewerker van de camping in Luster te horen dat Nederland verloren heeft van Denemarken. Er is wel TV, maar die mag van zijn baas nog niet aan, want volgende week begint het hoogseizoen. Logisch toch ? En tja, Duitsland wint met 1-0, en misschien is het wel onze verbeelding, maar onze Duitse campingburen groeten ons de volgende ochtend wel erg vrolijk ...

's Morgens ontbijten we in de zon, daarna nemen we ons mobiele huisje weer mee en vervolgen onze weg over de Sognefjell hoogvlakte (Sognefjellvegen), welke te boek staat als één van de mooiste wegen van Noorwegen. Dit blijkt als we verder rijden. De weg is hier en daar erg smal, maar gelukkig zijn er overal uitwijkplekken. We komen hoe langer hoe hoger tot ruim 1400 meter. Het landschap verandert voortdurend en er ligt steeds meer sneeuw. We geloven onze ogen niet: uiteindelijk zien we enorme muren van sneeuw langs de kant van de weg. En dat begin juni !

Wanneer je hier van circa 1400 meter weer naar beneden rijdt, is het net alsof je van de winter naar de zomer gaat. Eerst is er sneeuw, er zitten geen bladeren aan de bomen, vervolgens wordt de sneeuw minder en staat alles in knop, even verder zitten er frisgroene blaadjes aan de bomen, en onderaan gekomen is alles volop in bloei.

Een zwerver (of uitgeprocedeerde asielzoeker, of een vakantieganger die door z'n budget heen was ?) langs de E6 is heel selectief met het legen van de afvalbakken op de parkeerplaats, maar heeft al een flinke verzameling aan z'n fiets hangen....

Groetjes van ons, en tot een volgende blog maar weer !

Noorwegen - 1e week

De eerste week.

We rijden in een relaxed tempo in twee dagen naar Hirtshals, in het noorden van Denemarken. Prachtig weer, géén files, zelfs geen Deense verfemmertjes op de weg ;-)

Met een lekker zonnetje erbij varen we in circa 3,5 uur per ferry naar het Noorse Kristiansand. Tijdens de overtocht is er genoeg stof tot gesprek met een reislustig echtpaar uit Friesland, die ook Oman goed blijken te kennen, vanwege een in de hoofdstad Muscat wonende dochter.

Na een overnachting op een camping nabij Kristiansand, die voornamelijk bevolkt is met bouwvakkers die naast de camping nieuwe hutten en appartementjes bouwen, trekken we de volgende dag verder via de Telemarkroute in noordelijke richting. De zon is fel, de omgeving prachtig. De smalle en bochtige wegen houden de gemiddelde snelheid laag.

Omdat de receptie (nog) onbemensd is, zoeken we zelf een mooi plekje uit op een camping in Nissedal aan het meer, om vervolgens een kijkje te nemen aan de andere kant van het meer, met het kleinste veerpontje van Noorwegen, van Nissedal naar Fjone.

Het weer begint meestal 's morgens met een stralende zon, rond de middag word het wat bewolkt en aan het eind van de middag is de lucht weer strakblauw en schijnt de zon tot 20:00 à 22:00 uur. Echt donker wordt het hier 's nachts al niet meer, het blijft wat schemerig.

Het vakantieseizoen moet duidelijk nog beginnen, op de meeste campings wordt nog druk geharkt, gemaaid en gesnoeid en bij de receptie hangt een telefoonnummer of een briefje dat je zelf een plek kan zoeken. Met een beetje mazzel komt er dan 's avonds (n)iemand langs om af te rekenen.

Als we op vrijdag de 1e juni van de camping vertrekken voor een bezoek aan o.a. het Telemark-kanaal is het miezerig weer en geeft de thermometer 5 graden aan. Later op de dag loopt het op naar 12 en af en toe laat de zon zich zelfs zien. Onderweg passeren we het Kviteseid openluchtmuseum, met huizen uit de 17e en 18e eeuw en een stenen kerkje uit de 12e eeuw. Het is gesloten, dus we kunnen niet binnen in de huizen kijken. De wegen zijn smal en bochtig en we zijn blij dat we de caravan deze dag niet bij ons hebben.

Het Telemark kanaal wordt het 8e wereldwonder genoemd. Het telt 18 sluizen die een hoogteverschil van 72 meter overbruggen, met als doel om oost en west Noorwegen met elkaar te verbinden. Er is door 500 mensen, 5 jaar lang aan gewerkt (o.a. door met dynamiet rotsen weg te blazen) en is in 1892 opgeleverd. Tegenwoordig wordt het alleen nog voor pleziervaart gebruikt. We bekijken de sluizen in Kjeldal en Ulefoss en de spectalaire Vrangfoss sluizen met maar liefst 5 sluiskamers aaneengeschakeld, die 23 meter hoogteverschil overbruggen (van 36 naar 59 meter).

In Ulefoss ontdekken we een supermarkt waar we onze voorraad wat kunnen aanvullen. We vinden alles nogal duur. Een Noorse dame (die vermoedelijk vanwege ons Sallands dialect denkt dat we Noren zijn) wijst ons aan waar het goedkoopste blikje bier ligt en dat kost dan nog Euro 4,60 voor een 0,5 liter. Zijn wij even blij dat we nog wat voorraad van de Aldi in de caravan hebben ! De diesel kost hier circa 1.90 euro. Maar ja, we waren gewaarschuwd: het is een mooi land, maar niet goedkoop......

Als we 's zaterdags van de camping vertrekken, is de lucht weer stralend blauw. In Vinje stoppen we bij een staafkerk uit 1796. De beheerder ziet ons lopen en vraagt of we ook even binnen willen kijken. Uiteraard willen we dat; het ziet er prachtig uit ! De houten vloer blijkt nog uit de vorige kerk te zijn en inmiddels ruim 900 jaar oud. Prima kwaliteit dus, dat Noorse hout ...

Even later passeren we de Latefoss (tweeling-) watervallen met een verval van 165 meter. De bijbehorende brug is uit 1859. Ook sterk werk, hij houdt het in ieder geval tot we er over zijn ....

Het landschap is adembenemend als we over een zuidelijk deel van de Hardangervidda hoogvlakte, op circa 1000 meter hoogte, tijdenlang tussen allerlei besneeuwde bergtoppen door rijden. Het weer verandert na elke tunnel die we passeren van zonnig naar regen, sneeuw, en uiteindelijk weer naar stralend weer. Op de camping in Odda parkeren we ons mobiele huis. Vandaag hebben we een rondje Hardangerfjorden en de daarbij behorende bijzonder fraaie uitlopers gedaan. Water, bergen, fris groen, rots, sneeuw: te veel om op te noemen. Foto's hiervanvolgen later.

Iedereen bedankt voor de reacties en de goede wensen; we zullen jullie op de hoogte blijven houden.

NOORWEGEN

Lieve allemaal,

Binnenkort vertrekken we naar Noorwegen om een rondreis te maken, met auto en caravan, door het zuiden van Noorwegen.

Via deze site zullen we jullie weer af en toe 'bijpraten' over ons wel en wee.

Voor diegenen die (nog) niet aangemeld zijn: als je je emailadres ingeeft bij ‘Blijf op de hoogte' rechts op de site (iets naar onderen scrollen), krijg je automatisch bericht als we een nieuw verhaalgeplaatst hebben.

Hartelijke groet,

Henk en Mia

Terug in Lemelerveld

Onderstaand de verslagen met bijbehorende foto's van onze reis naar Oman en de Verenigde Arabische Emiraten.

Het begint bij: Start: Oman en de VAE - de aanleiding

(De datumvolgorde is tbv de volgorde van de verslagen.)

groetjes

Henk, Mia en Rens

Verenigde Arabische Emiraten - Abu Dhabi

Wanneer we verderreizennaar Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten, is onze eerste stop bij hetFerrari eiland (het Yas eiland),voorFormule-1 liefhebbersnatuurlijk een must. Het is groots, imponerend, het blinkt en schittert, er zijn achtbanen, tourtochten door het fabricageproces en nog veel meer.... Het Marina circuit mogen we van de bewaking niet op, daar moet veel meer voor geregeld (en betaald...) worden. In de haven mogen we van de bewaking wel naar de luxe jachten kijken, maar tot aan het hekje en niet verder... Het wordt overigens allemaal uiterst vriendelijk verteld.

Het hotel in Abu Dhabi wat we vanuit Dubai geboekt hebben, is een 5-sterrenhotel. Hoe dat kan, is ons ook een raadsel, maar bij het boeken kwam het bovenaan de lijst als goedkoopste. Alleen het ontbijt blijkt er niet bij in te zitten. Dat kost 15 euro pp. Dus wij halen ‘s morgens wel even een broodje in een Indisch tentje in de buurt.....Wanneer we aankomen worden direct onze autosleutels ingenomen en wordt de auto met al onze bagage weggereden. Pffff.... dit blijkt dus de normaalste zaak van de wereld te zijn, want later wordt al onze bagage op onze kamer gebracht en krijgen we een ticket waar we ons mee kunnen melden bij de portier, die vervolgens iemand een sleuteltje op laat zoeken en weer iemand anders de auto op laat halen, waarna we vriendelijk uitgenodigd worden plaats te nemen. We voelen ons bijna de sjeikh zelf .... Al hadden we voor ons gevoel op z'n minst een Bently of iets dergelijks moeten hebben en geen Nissan Sunny.

Abu Dhabi zelf is ruimer, groener en mooier dan Dubai. Ook al zijn er kennelijk bijna net zoveel buitenlanders als in Dubai, we zien veel meer Emirati op straat (ook veelal in de traditionele kleding). We bekijken het paleis van Sjeikh Zayed bin Sultan al Nahyan, wat verder niet voor publiek toegankelijk is. Het Palace hotel in de buurt is dat wel, maar daar mogen Henk en Rens met hun kniebroek met blote benen niet in ...... Hilarisch genoeg mag Mia er met korte mouwtjes en een kniebroek wél in. De haven en de grootste shoppingmall zijn ook het bekijken waard. Wanneer de zon ondergaat en de dames de shoppingmall verlaten, rijden de jongens in hun dure auto's rond om de aandacht van de meisjes te trekken. Als dat lukt, geven ze een briefje met hun telefoonnummer af. En dan maar afwachten of het meisje belt.... De corniche, een soort brede strandboulevard met eettentjes, wat vermaak voor kinderen e.d. is 's avond ook een verzamelpunt van jong en oud. Ook hier proberen jonge mannen op snelle waterscooters de aandacht van de meiden te krijgen.

Wanneer we de volgende dag via één van de brede 8-baans wegen door de stad, Abu Dhabi weer verlaten, nemen we de route dwars door Oman om vervolgens langs de kustweg weer terug te rijden richting Muscat. Op zondagavond leveren we de auto weer in op het vliegveld en verdwijnen rond 21:00 uur achter de douane. Rens volgt zo'n 6 uur later met een andere vlucht, nadat hij eerst nog afscheid genomen heeft van zijn Omaanse vrienden. De volgende middag, op 2e Paasdag zien we elkaar terug op vliegveld Düsseldorf, van waar we gezamenlijk weer huiswaarts keren. We moeten nog even wennen aan het overweldigende groen onderweg...